Individueel of cultuurgebonden tot de dood toe
Het idee is interessant: in één boekje staan (culinaire) begrafenisrituelen van allerlei bevolkingsgroepen in Nederland bij elkaar beschreven, met een terugblik in de geschiedenis en enkele zeer persoonlijke afscheidsrituelen. “Maak er wat van!” is de impliciete opdracht die schrijfster Jeanette Diepenbroek ons meegeeft. En inderdaad levert dit boekje ideeën en inspiratie op om van de uitvaart van je geliefden (of van jezelf, als je vooruit plant) een indrukwekkende ervaring te maken.
Jammer genoeg is de historische terugblik nogal oppervlakkig, met de merkwaardige opmerking dat “de ronde tafel […] waarschijnlijk vanaf ons prille begin als mens het symbool van de kringloop van het leven [is]”. Met de ronde tafel bedoelt Diepenbroek de Ronde Tafel van de ridders van koning Artur. Die had minder met de levenskringloop te maken, dan met (sociale) gelijkheid. (meer over de symboliek van de Ronde Tafel).
Ook de recepten hadden wat meer aandacht kunnen gebruiken. Soms zijn ze nogal kort door de bocht (ruimtegebrek?), zoals het recept voor kippensoep (die weinig liefdevol wordt bereid met restjes kip en een bouillonblokje) een andere keer staat er iets dubbel. De keuze voor bepaalde recepten is onduidelijk. Kippensoep schijnt typisch katholiek te zijn, Brazilië is een overwegend katholiek land, dús de rest van het katholieke hoofdstukje wordt gevuld met Braziliaanse recepten. Typische gerechten voor Joodse begrafenissen zijn, aldus Diepenbroek, eiersalade en zalmsalade, maar de recepten in het hoofdstukje over Joodse rituelen zijn voor andere gerechten. Ronduit raadselachtig is de uitspraak dat artisjokken, die in een stukje over de ‘fusion-keuken’ staan, uitstekend zijn voor rouwenden vanwege de positieve invloed van deze bloemknop op het maagslijmvlies en leverkwalen.
Behalve voor de al genoemde groeperingen bevat het boekje ook recepten voor een ‘groene’ uitvaart, boeddhisten, protestanten, Antillianen, Molukkers, Indonesiërs, Surinamers, Marokkanen, Turken, Chinezen en liefhebbers van ‘oervoedsel’, waarbij in een groot gat in de grond tussen gloeiend hete stenen liefst een compleet beest wordt gegaard, een nacht lang.
Wie een persoonlijke toets wil geven aan een rouwmaaltijd, zal waarschijnlijk niet gaan koken uit dit boekje, maar een gerecht of maaltijd bereiden waar de overledene iets mee had. Zo eten mijn broer, zus en ik met onze naasten ieder jaar stamppot rauwe andijvie op mijn moeders verjaardag en sterfdag omdat zij daar zo dol op was.
De waarde van dit boekje ligt niet in de soms matige recepten, maar in de combinatie daarvan met de beschrijving van begrafenisrituelen van bevolkingsgroepen met allerlei verschillende achtergronden. Daarom toch 3 aardbeien.
Jeanette Diepenbroek, Wat eet je op een begrafenis? (Meinema, 2011, ISBN 9789021142562)
Alleen nog tweedehands verkrijgbaar